Het is goed eenmaal per jaar zo ongeveer alle kaarten van de Vogelwerkgroep “t Gooi e.o,” op tafel te leggen. Het werkzame aandeel van onze vogelaars komt dan wat overzichtelijk voor het voetlicht. Niet dat,door wie dan ook, naar complimentjes wordt uitgezien. Maar vele buitenstaanders vragen het zich Wel eens af:“Wat wil dat nu helemaal zeggen:Vogelwerkgroep.” Ze zouden uit zo’n jaarlijkse samenvatting van de voornaamste activiteiten tenminste kunnen concluderen, dat hier elk jaar weer – en dit geldt dan meteen voor zo’n 60 Vogelwerkgroepen in ons land! – een enorm stuk niet betaalde vrije tijd wordt afgestaan ter assistentie van natuurbeheer èn de wetenschap, die zich dagelijks bezighoudt met het wel en wee rondom het “mysterie-Vogel”. “Niet betaald,” zei ik. Maar dat is niet helemaal waar. Want de prijs die we ontvangen is de voldoening om hand in hand met de wetenschap te kunnen wijzen op feiten, waarvoor anderen gewoon blind zijn. Waar zij met klompen overheen lopen. Waarvan ze de waarde niet zien, of nooit hebben willen zien of allang hebben afgeleerd het te onderkennen. Het werk van de vogelgroepers is daarom méér, dan via een “hobby” het opsouperen van vrije tijd. Het is per se geen vlucht uit de verveling! Vogelwerkgroepers zijn de vrije registrators, die meewerken de eb en de vloed van de vogelstand te meten, causale verbanden te zoeken tussen terreinverkaveling/verdwijning, grondvervuiling, watervervuiling, blotoopbederf en de invloed hiervan op de vogelstand. Jammer, dat van overheidswege dit soort “vrije tijdsbesteding” subsidiabel nog altijd niet of sterk ondergewaardeerd wordt. Hoeveel gelden aan manuren zouden er wel inzitten, als alle feitelijk toch wel vaak niet onbelangrijke onderzoekingen van de vogelwerkgroepers eens niet in het kader van de zo vaak aanbevolen zinvolle “vrije-tijds-besteding” werden verricht?