5 over half 6 reden 3 auto’s uit Hilversum, nog met droog weer, weg maar onderweg begon het te regenen en bijna de hele dag hebben we ervan kunnen “genieten”. Op de bekende “stopplaatsen” op de Afsluitdijk was jammer genoeg geen “water”vogel te zien. Dit betekende, geen oponthoud en daardoor (veel) te vroeg in Harlingen De haven had alweer geen vogelleven en de strekdam lag onder water De dammen van Vlieland waren wel bevolkt; de steenlopertjes lieten ons hun mooiste pakjes zien En t en, op de fiets, met de koude natte wind in de rug, op weg naar het Posthuis Meteen vielen de grote aantallen eidereenden op Vele veldleeuweriken en piepers zaten op de weilanden, met af en toe als afwisseling een paapje of een tapuit Ook was er uen houtsnip te bewonderen, maar helaas was het een verkeersslachtoffer Zoals het te verwachten was bij N 0 wind, hadden veel eenden hun toevlucht in de Kroon’s polders gezocht: de wilde eend, wintertaling, zomertaling, krakeend, smient, pijlstaart, slobeend, kuifeend, bergeend, en natuurlijk ook weer de eidereend. Ook een rietgors ging voor ieder duidelijk in een struikje zitten. Op het Wad waren hele slierten steltlopers aan het fourageren en aan het zich verplaatsen. Jammer genoeg waren de meeste vogels te ver weg om ze goed te kunnen onderscheiden, (kluut, tureluur, scholekster, kanoetstrandloper, rosse grutto). Ook enkele rotganzen hadden hun vertrek naar het noorden nog even uitgesteld. Aan het eind van de dijk zat een vogeltje(een bonte vliegenvanger bleek later bij vergelijking), dat de gemoederen tot de volgende dag heeft weten bezig te houden. Een fietstocht langs de polders leverde nog een heel rijtje vogels opb.v.: de gele kwikstaart, sprinkhaanrietzanger, watersnip, kievit, waterhoen, stormmeeuw, grote- en kleine mantelmeeuw, visdiefje. De blauwe en de bruine kiekendief zijn ook door ieder waargenomen.