De Bond van Friese Vogelbeschermingswachten (15.000 leden) heeft zaterdag bewezen, zich zijn verantwoordelijkheid bewust te zijn. De Bondsvergadering heeft zich in grote meerderheid akkoord verklaard met een eventueel verbod van de handel in kievitseieren. Er zijn sterke argumenten aan te voeren tegen zulk een verbod in Friesland, waar het kievitseierenzoeken onlosmakelijk verbonden is met de vogelbescherming. Maar sommige van die argumenten lijken toch wat te veel op die, waarmee onze zuiderburen de handel in zangvogels en de grootscheepse vogelmoord goetpraten: de oude traditie, die moet blijven; de sport, waarbij toch een kleine beloning hoort; de kleine man, die men zijn sport en bijverdiensten wil ontnemen, terwijl men de goten met hun jachtpartijen hun gang laat gaan. De Bond van Friese Vogelsbeschermingswachten heeft deze concessie in de eerste plaats moeten doen om te bewijzen, dat het hem ernst is met de vogelbescherming. In de tweede plaats om te voorkomen, dat het kievitseierenzoeken ook in Friesland helemaal verboden wordt in de nieuwe vogelwet. Het sterkste motief is echter om gedaan te krijgen, dat de vogelmoord en de handel in zangvogels in België, Frankrijk en Italië wordt stopgezet. Dit doel moet de Friese eierzoekers een prijs waard zijn, de prijs van het kievitsei. Zulks moet mogelijk zijn in de welvaartsstaat Nederland in het jaar 1971.