Het is al weer een tijdje geleden dat ik bezig was met een waterwildtelling langs de Waal, Enkele kilometers voorbij slot Loevestein zaten op de weilanden enkele tientallen houtduiven. Wat opviel was, dat ze af en toe opvlogen, maar praktisch op dezelfde plaats weer gingen zitten. De oorzaak van dit opvliegen was niet te vinden, tot ik me met de duiven zelf ging bezig houden. Het regende nogal en er stond een straffe wind. Bij het dalen- ze vlogen tot ongeveer anderhalf à twee meter hoog- gingen er geregeld een paar overstag en wankelden, alsof ze last hadden van kramp, of evenwichtsverschijnselen. Bij nog nauwkeuriger waarnemen bleek, dat ze eerst het regenwater onder de ene vleugel lieten doorspoelen, daarna onder de andere. Even opvliegen, afspoelen, grote druppels afslaan, klaar.