Vanaf 1968 werden gedurende het broedseizoen geregeld tellingen uitgevoerd, zowel ’s ochtends als ’s avonds. Met de aldus verkregen gegevens werd de broedvogellijst opgemaakt. Door middel van dagboekonderzoek werd van de meeste vogels tegelijkertijd het voorkomen in de andere seizoenen vastgesteld. Hierdoor is niet alleen de avifaunistische status van Naarden voor broedvogels, maar ook die voor trekvogels vastgelegd.