De voorzitter en ik had en begin maart een bespreking met één van de opzichters van Stad en Lande van Gooiland in verband met het nieuwe vogelreservaat in de Keverdijksche Overscheensche Polder. Wie schetst onze verbazing, toen wij uit de mond van deze man van de praktijk niet de lof hoorden, die ons, naar ons eigen idee, wel toekwam voor al de aktiviteiten, die we als leden van de Vogelwerkgroep verrichten in het belang van de vogelstand en de instandhouding van de daarvoor nodige leefmilieus, maar integendeel heel wat zware kritiek kregen te verwerken op al die z.g.n. vogelaars.