In het spraakgebruik stamt het begrip “sage” voor de Russen hoofdzakelijk uit van uit West-Europa doorgekomen overleveringen. De zuiver Russische verhalen – voornamelijk gedichten en liederen – zijn de “byliny”, de epische heldenliederen, hoewel toch ook hier veel vreemde invloeden van de omliggende landen rond dit gigantische gebied hun sporen hebben nagelaten. De verwoestende strooptochten van de Polen en de Tartaren bijvoorbeeld, eeuwen geleden. De omvang van de Russische literatuur is echter zo groot, dat de schrijver van het boek,waaruit ik enkele “vogelverschijnselen” zal opsporen, zich beperkte tot de meer oudste overleveringen uit de Russische riddertijd. En deze ridders (bogatyri) van de tafelronde, die vaak over reuzenkrachten beschikten, stonden onder leiding van vorst Wladimir. Een parallel dus met koning Arthur en zijn ridders van de ronde tafel uit de Nederlandse letterkunde, hoewel “Nederlands” dan ook hier maar betrekkelijk is, want de Arthurverhalen zijn Brits-Frans en op de keper beschouwd van Keltische oorsprong.