Het zoveel mogelijk willen volgen van de “vogellijn” in deze oude verhalen is er de oorzaak van, dat verschillende interessante vertelsels niet aan bod komen. De zeer kleurijke Hongaarse en Servische verhalen hebben van tijd tot tijd toch ook wel vogels als hoofd – of bijfiguren in het spel. Ook hier pluimvee, dat wel het dichtst bij de mensen staat. Zo gebeurt het bijvoorbeeld, dat in het Servische “Verhaal van de jongen”, de knaap een haan opzadelt en zo min of meer “te paard” op reis gaat en allerlei avonturen beleeft. De arend, de havik, de kraai, de raaf, de uil, de zwaan en pauwen, ook nog tot het pluimvee te rekenen, springen er wel het meest uit. Ergens in een Hongaars volkssprookje spreekt men van een grijpvogel, als een niet alledaagse naam voor een roofvogel. Een grappige naam, die nog helemaal klopt ook. We zien hier dan ook de raven, maar opeens in een sympathieke rol om de kleine vermoeide held Miklòs, die aan het eind van zijn krachten was, te verkwikken. Zij dompelen zich in het water en vliegen naar hem terug om hem te besprenkelen. In de Servische mythen, waar Marko als de nationale held in vele liederen wordt bezongen – het lied van Marko en de havik en Marko en de arend bijvoorbeeld – is het aardig een parallel op de raven te vinden, waar Marko, ziek en gekweld in het open veld, door deze vogels wordt bijgestaan: ze halen water om hem te laven en spreiden hun vleugels boven zijn gelaat om de brandende zon te weren. Men vond overigens in deze landen ook oude grafstenen met diersymbolen, waaronder valken. Versierselen, die hoofdzakelijk nabootsingen zouden zijn van werk van Romeinse beeldhouwers. Maar een opvallend verhaaltje uit een Hongaarse Christus-sage wil ik niet onvermeld laten.