Op 22 april 1972 waren de heer S.H.Poelstra en ik bezig met de inventarisatie van de ons als werkgebied toegawezen Blaricummerheide. Toen wij om ca 8.30 uur de bosjes langs het pad, dat de zuidelijke afscheiding van dit heidegebied vormt, aan een nauwkeurige inspectie onderwierpen, hoorden wij het geluid van Staartmezen. Onmiddellijk richtten wij de kijkers op de jonge berken, waarop zij aan het foerageren waren.