Nu we op 10 december a.s. een excursie gaan ondernemen naar bovengenoemde polder, lijkt het niet ondienstig hierover iets in ons blad te vertellen. Het is een wijd en zijd vermaard uiterwaardgebied ten oosten van Nijmegen met veel kolken, strangen en tickelgaten, uitgegraven door de steenfabrieken. Het vogelleven is er zeer rijk, vooral bij de Oude Waal en de Bizonbaai. Als kern van de Ooypolder kan men wel de groenlanden beschouwen. In de Oude Waal komen broedsoorten voor als Fuut (22 paar), Wouwaapje (3 paar), Waterval (9 paar), Porseleinhoen (1 paar), Kwartelkoning (2 paar), Zwarte Stern (21 paar), Grote Karekiet (14 paar) en vele andere. Ook de trekvogels vertonen een grote diversiteit. Zo werden hier o.a. waargenomen: Roodkeel- en Parelduiker, Roodhalsfuut, Kwak, Purperreiger, Krooneend, Casarca, Witoogeend, Wespendief, Slechtvalk, Witvleugelstem en Klapekster, ’s Winters verblijven hier veel zwanen en eenden, vooral duikeenden, o.m.: Nonnetjes, Toppereenden en Middelste en Grote Zaagbekken.