De controles werden verricht op de volgorde terreine : Amsterdams Waterleidingbos (R.de Wijs); Bergh en Vaart (H.Valeton); Bikbergen (E.Osieck); Boekesteyn (J.van Dijk); Bussums Waterleidingbos (P.Slot en R.Moolenbeek); Bantam (CJN Bussum); Crailo (W.Cohen); Cronebos (C.Steenman); Dassenbos (B.van Poelgeest); Drakenburgh (R.Beskers); Diaconessen-Ziekenhuis (CJN Hilv.); Eindegooi (P.Verbij on J.Kwinkelenberg); Ezelenwei (E.Osieck); Franse Kamp (P.Oirbans); Gooilust (B.van Poelgeest); Heidebloem (H.Pollema); Hilverbeek (NJN Hilv.); Hilv.Wasmeercomplex (E.Klomp); Het Hol (B.van Poelgeest); Hoorneboeg/Zwarte Berg (G.Heise); Laarder Wasmeer (Y.Vogel); Marine opleidingskamp (C. de Rooy); Monnikenberg (CJN Hilv.); Nieuwenoord (R.Beskers); Oud-Bussum II (H.Harder en R.Vos); Renova (C.Steenman); Schaep en Burgh (P.de Jong); Smithuyzerbos (J.Groen, A.de Later en H.de Soete); de Snip (CJN Bussum); Spanderswoud (Natuurmon.) (NJN Hilv.); Spieghel (P.de Jong); St.Michaël (R.Beskers); Suikerpot (B.van Poelgeest); Zuiderhof (J.van de Geld); Zuidelijk Flevoland (E.Osieck en J.Harder). In 1971 werden er 1588 nestkasten (1970 : 1447) gecontroleerd die op 35 terreinen hingen. De bezetting van de kasten is in tabel weergegeven.