Op zaterdagmorgen 24 mei 1975 was ik naar het Laarder wasmeer gegaan om de Geoorde futen te tellen. Per roeiboot had ik de broedplaats bezocht en eigenlijk was ik alweer op de terugweg. Voordat ik de grote plas zou verlaten, keek ik nog even rond. Mijn aandacht richtte zich op een troepje van 6 Geoorde futen, die, op ongeveer 100 meter bij mij vandaan, wegzwommen. Het viel mij op, dat één van de duikertjes wat groter was dan de andere. Met de kijker erbij gehaald, besefte ik, dat dit grotere eksemplaar geen Geoorde fuut kon zijn. Het lukte om wat dichterbij te roeien, de vogelgidsen werden er nog eens bij gehaald, dit moest een Kuifduiker (Podiceps Auritus) in prachtkleed zijn! Daarop heb ik de volgende aantekeningen gemaakt: forser dan Geoorde fuut; hals dikker, roestbruin (niet zwart zoals bij Geoorde fuut); nek donker tot zwart; duidelijk geelachtig gekleurde verenkrans tot hoog op de kop, feller gekleurd dan van Geoorde fuut, daaronder een duidelijk zwart vlak; snavel dikker; vleugels aan hovenzijde donker; flanken bruin als de hals.