Nadat ik in het vorige nummer het artikel van de heer Ploeger, over de Kleine zwaan, met grote interesse gelezen had, ben ik op zoek gegaan naar aanvullende waarnemingen op de oudst bekende gegevens. Bij de literatuuraanhaling miste ik namelijk de volgende „literatuur-archieven”, die ik daarover heb nagezien en waaruit onderstaande gegevens zijn gehaald: 1. De verspreiding der Kleine zwanen in de Zuiderzee, vóór en na de verzoeting, G.A. Brouwer en L. Tinbergen. Limosa jrg. 12, n= 1, 1939. 2. Vogelwaarneningen Gooi n= 1 t/m 21, aug. 1942-juli 1944, Dr. W.K. Kraak e.a., gestencilde mededelingen. 3. Avifauna Midden-Nederland, W.F. Alleyn. e.a., 1971. Over de eerst bekende gegevens het volgende: Ploeger noent in zijn artikel als enige en eerste waarneming tussen 1934-1936 : 1 nov. 1936 2 ad. en 3 juv. vogels bij Huizen. Volgens Alleyn worden pas exemplaren genoemd die in 1938 bij de Eemmond tot 18 april aldaar verbleven. In Vogelwaarnemingen Gooi n= 4 vermeldt Kraak de volgende waarnemingen : begin 1935 : 1 exemplaar. „ „ „ 1936 : 1-11 tot 13-12 5ex.(2 ad. en 3 juv.) (zie ook boven)