Om met de deur in huis te vallen, ik ben Amsterdamse en was wat vogels betreft nooit verder gekomen dan mus, Spreeuw en drijfsijs (= meeuw). Nu vergeet ik waarachtig de Merel nog, die ik 's morgens vroeg wel hoorde als het prille licht zijn vriendelijkheid gaf aan een wat troosteloze muur aan de overkant van de straat. Het was de eerste kennismaking met de ochtenduren. Verder wandelde je dan wel; er kwam wat kennis bij, maar je zag toch veel te weinig.