Het begon allemaal niet zo best die middag. Met drie man stonden we daar toen onze excursieleider Vogel zeis "Laten we dan maar gaan". Toen bleek echter om duistere redenen dat er geen transport aanwezig was. Goede raad bleek toen inderdaad duur, want het kostte een taxi naar Soestdijk om een auto te halen. Uiteindelijk vertrokken we met een vertraging van een half uur via de IJsselmeerpolders richting Harlingen. Onderweg haalden we de auto in met de andere twee "vogelaars" die aan het weekend deelnamen. In formatie werd verder gereden naar de boot. Even buiten Sneek ontdekten we nog een grote gemengde kolonie van Blauwe Reigers en Roeken. Nog ruimschoots op tijd bereikten we de boot die ons naar Terschelling zou brengen. Daar het duister al vroeg over de Waddenzee daalde, werd onderweg niet veel gezien, behalve Eidereenden en op de strekdam grote aantallen Steenlopers en trandlopers, waaronder nekele paarse. In de verte wenkten de lange ronddraaiende lichtvingers van de Brandaris ons al. Op het eiland aangekomen snel per bus naar Formĕrum waar bij ’t kampeerhuis "Vesta" de gehuurde stalen rossen al gereed bleken te staan. Na een bakje dampende koffie snel onder de wol resp. in de zak, want de volgende morgen zou het al vroeg dag voor ons zijn.