Achttien liefhebbers vertrokken in de nacht van 11 op 12 juni vanuit Waardenburg in oostelijke richting langs de Waal. De entourage voor deze tocht leek wel geënsceneerd. Een maan overgoot bij tijd en wijle de uiterwaarden, terwijl de wind vrijwel verstek liet gaan. Dat deze omstandigheden niet altijd de voorwaarden scheppen voor uitbundig zingende vogels bleek uit de nachtelijke waarnemingen. Naast de zeer storende invloeden van nachtvaart, verkeeren heemhonden – funest bij geconcentreerd luisteren – werden de eerste uren kikker- en paddenkoren en een aantal Bosrietzangers gehoord. Voordat Weert tegen het ochtendgloren was bereikt, waren hier Bosuil, Ransuil, Kerkuil, Bontbekplevier en Kwartelkoning bijgekomen. Met de ontdekking van de Kwartelkoning was het een merkwaardige zaak. De roep hiervan klonk metaalachtig en er zat zo weinig variatie tussen begin en eind, dat het leek of het dier een grammofoonplaatje afdraaide. Met de verrekijkers de waard afzoekend verschenen enkele honderden meters van de dijk drie figuren in het veld. Het geluid van de crexer kwam telkens uit de hoek waarin zij zich bevonden. Nachtelijke inventarisators of Jimmy de Crexer die met vrienden ronddoolde en met ringonderzoek bezig was. Gelukkig zat er in het niet gemaaid perceel een exemplaar dat zeer bescheiden reageerde.