Natuurlijk mag ik niet vooruitlopen op de publikatie van de resultaten van deze jaarlijks gehouden en meestal zeer boeiende telling; wel mag ik uit de VWG-School klappen waar het de andere leuke waarnemingen betreft, die onze tel-équlpe deed, die 19e februari 1978, want het waren niet alleen roofpieten die onze aandacht gevangen hielden. Ons telgebied was gelegen in het zuidwesten van Oostelijk Flevoland, globaal zo tussen Larserweg en Knardijk, nog steeds een interessant gebied, vooral waar het ganzen betreft: we zagen er Grauwe, Kol- en Rietganzen, van de eerste soort ook enkele exemplaren van de oostelijke vorm, die een opvallend roserode snavel heeft. Overigens hadden we de indruk, dat dit poldergebied – evenals andere grote gebieden in Zuidelijk en Oostelijk Flevoland – als vogelgebied achteruit gaat en dat het op mooie dagen, vooral tijdens weekends, met name voor de ganzen tamelijk onrustig wordt; veelvuldig werden kleine en grote tot zeer grote zwermen in de lucht gezien.