INLEIDING: Eén van de weinige vogelsoorten waarvan het aantal broedparen vrij gemakkelijk en relatief nauwkeurig te bepalen is, is de Huiszwaluw. Dat was dan ook één van de redenen waarom in 1978 besloten werd om voor deze zwaluwsoort een telling te organiseren. Een andere reden was dat er weinig bekend was van de aantallen die in ons werkgebied jaarlijks hun bolvormig nest bouwen. Haverschmidt (1942) vermeldt hem als vrij algemene broedvogel doch noemt het Gooi niet in zijn “Faunistisch overzicht van de Nederlandsche broedvogels”. Kolonies van meer dan 50 nesten zijn volgens hem zeldzaam.