1981
Waarnemingen gevraagd van Stichtse Brug
Publication
Publication
De Korhaan , Volume 15 - Issue 6 p. 139- 139
De pas 2 jaar oude slikterreintjes bij de Stichtse Brug in Blaricum worden de laatste tijd steeds meer bezocht door vogelaars uit niet alleen onze regionen. Dit is niet zo verwonderlijk, aangezien er nogal wat zeldzame vogelsoorten worden gezien. Belangrijker is dat dit gebied (samen met de kuststrook tot de Eemmond) een belangrijke functie heeft als fourageergebied voor duizenden vogels (vooral steltlopers en watervogels), gedurende een groot deel van het jaar. Veel trekvogels blijven er enkele weken pleisteren; enkele minder bekende soorten broeden er. Bij elk bezoek aan dit gebied vallen steeds weer de grote diversiteit aan soorten en de zeer hoge aantallen vogels voor de westkant van het dijklichaam: hier is een jachthaven geplandmet enkele grote recreatiestranden. Verder is er nog geen beslissing genomen over een eventuele bebouwing van het vlakbij gelegen Vierde Kwadrant. De slikveldjes en moerasterreintjes worden ook in toenemende mate betreden door recreanten en zeker niet te vergeten door vogelaars! Al met al is het zeker nuttig, ook met het oog op een toekomstig beheer van dit gebied om eens een overzicht te maken van alle vogelsoorten die vanaf het ontstaan van het gebied zijn waargenomen rond de Stichtse Brug en zodoende na te gaan voor welke vogelsoorten dit gebied een belangrijke functie heeft. Willen daarom alle vogelaars die wel eens dit gebied bezocht hebben zo vriendelijk zijn om al hun genoteerde waarnemingen naar mij op te sturen met vermelding van soort, aantal, datum en eventuele opmerkingen (overvliegend, broedvogel, etc.). Vooral ook schattingen van aantallen broedvogels ter plaatse zijn welkom, evenals waarnemingen van algemene soorten. Immers: hoe vollediger, hoe beter.
Additional Metadata | |
---|---|
De Korhaan | |
CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding") | |
Organisation | Vogelwerkgroep Het Gooi en Omstreken |
P.W. Dieperink. (1981). Waarnemingen gevraagd van Stichtse Brug. De Korhaan, 15(6), 139–139. |