Onder auspicien van de Vereniging van Vrienden van het Gooi verscheen dit voorjaar bovengenoemd boek. In een 12-tal artikelen probeert eenzelfde aantal auteurs de geschiedenis van het Gooi te verhalen. Na een korte inleiding van Dr. C. Cup over "Het behoud van waarden" volgt een hoofdstuk over de prehistorie van het Gooi door de gemeente archeologe van Hilversum (Drs. M. Addink-Samplonius). Over de eerste bewoners van het Gooi en hun werktuigen, potten, grafheuvels e.d. wordt uitleg gegeven. Het volgende hoofdstuk is van de Gooi-kenner bij uitstek Dr. A.C.J. de Vrankrijker en handelt over "Het landschap van verleden tot heden"). Het belang van de vestingwerken , het ontstaan van handel en industrie passeren de revue. Ook woningbouw en rekreatie worden op heldere wijze behandelt al zal de kritische natuurbeschermer het niet eens zijn met een zinssnede als "De gemeente (red. Naarden) ...maakte zich ook verdienstelijk door de aanleg van een recreatie terrein met waterpartijen aan het Gooimeer". Door Drs. J. van Dis wordt de geschiedenis en de huidige betekenis van het Goois Natuurreservaat uiteengezet Aankoopbeleid, de diverse rentmeesters en de schaapskudden en doelstelling worden uiteengezet. Ook maakt Van Dis melding van een jachtverbod. In de praktijk blijkt helaas dat enige boswachters van het GNR daar anders over denken. De ontstaansgeschiedenis van de 's-Gravelandse buitenplaatsen wordt door Drs. H. Tromp in een hoofdstuk behandelt. Daarna een artikel van de oud voorzitter van de Vrienden (Ir. H.P. Loggere) over de ruimtelijke ordening en verstening in het Gooi. Uit zijn woorden valt op te maken dat de Vrienden de toekomst met vertrouwen tegemoet zien. Vervolgens komen hoofdstukken over architectuur en stedebouw, het bedrijfsleven en de omroep aan bod. In een artikel over de Grote Sint-Vituskerk te Naarden worden recentelijk ontdekte plafonschilderingen in kleur afgedrukt. Als laatste worden de oude kernen van Laren, Blaricum en Huizen behandelt. Ontstaanswijze, de boeren, wevers en vissers en in het bizonder de vele intellektuelen en kunstenaars die in deze dorpen wonen en woonden maken het een lezenswaardig hoofdstuk. Het hele boek is rijkelijk voorzien van foto's gemaakt door A. Bonebakker.