Zweden, september 1982. Reeds van verre klonk het roepen, dat geleidelijk aanzwol tot een lofzang aan het, in het water glinsterend avondgoud. Tussen de dichte bossen rond het meer weergalmde hun opgewonden getrompetter. Kraanvogels zwermden, hun poten afhangend, boven de slaapplaats. Dit was mijn eerste ontmoeting met Kraanvogels op deze manier. Dat menigeen hier in het Gooi op een dergelijke wijze Kraanvogels zou waarnemen had waarschijnlijk niemand verwacht.