Toen zondagmorgen 9 januari 1983 's morgens m'n wekker afliep en ik tussen de gordijnen naar buiten keek en het daar zag waaien en miezeregen, dacht ik even: wat een hobby, dat vogelen! In plaats van lekker uitslapen, nu snel eruit, koffie zetten en op naar Hilversum. Maar ik had er geen spijt van, want de excursie naar de Arkemheense polder (tussen Nijkerk en Spakenburg) was beslist de moeite waard. Deze polder is zo'n 600 jaar oud, er zijn verscheidene boerderijen en houtwallen, terwijl een oud stoomgemaal het overtollige water eruit pompt. De Kleine Zwanen waren uiteraard in grote getale aanwezig, evenals de Knobbelzwanen, zodat we het verschil goed konden zien. We zijn een paar maal de dijk op geweest langs het Randmeer, om daar de Smienten en Grote Zaagbekken te bekijken. Er waren ook Aalscholvers, Futen, Kuifeenden en Slobeenden te zien. Natuurlijk zwommen daar en in de sloten en plassen her en der in de polder nog meer soorten watervogels zoals: Wintertaling en Nonnetje. Maar de volledige lijst met soorten heeft o.a. Fred van Klaveren, die samen met Maarten Klomps de leiding had. Onderweg ergens in de polder stonden we naar een troep Wulpen en Kieviten te kijken, die ineens door een kleine roofvogel werd opgeschrikt. De H.H. deskundigen konden het niet eens worden of het nu een Sperwer of een Smelleken was, maar over de Blauwe Kiekendief, die door óns werd opgeschrikt bestond geen verschil van mening. Met in totaal 31 soorten vogels en 10 vogelaars was het een leuke ochtend.