Zaterdagmorgen, 22 september 1984 om zes uur in de morgen vertrokken er acht vogelaars in twee auto’s richting Zandvoort om in de Amsterdamse Waterleidingduinen te gaan vogelen. Je moest wel een beetje fanatiek zijn, want het had’s nachts doorlopend geplensd van de regen en dat was volgens mij dan ook de reden van het kleine aantal mensen dat meeging. Maar zij die thuis bleven hadden ongelijk: het werd prima vogelweer met zowaar een voorzichtig zonnetje. Op de parkeerplaats (Zandvoortseweg) werden we begroet door de kauwenkolonie en een paar Roodborstjes. We liepen daarna langs één van de grote “kanalen”, waarin zich vescheidene soorten eenden bevonden: Wilde eenden, SLob,- Krak-, Kuif- en Tafeleenden, bovendien ook nog Wintertaling, Dodaars, Waterhoentjes en Meerkoetjes. Voor mijn gevoel is het een on-Nederlands landschap. Dat komt natuurlijk door z’n min of meer kunstmatige karakter. Het hele gebied is van nature een duingebied, doch nu doorsneden met kanalen en vaarten, met het oog op de zuivering van het toegevoerde rivierwater. In z’n totaliteit is het een boeiend terrein, temeer daar het een biotoop vormt voor zowel watervogels als anders geaarde vogels.