Groene longen binnen de bebouwde kom van Hilversum

Ten behoeve van een te maken boekwerk over de vogels van het Gooi en omstreken is tussen 1983 en 1985 de bebouwde kom van Hilversum (1550 ha) op broedvogels onderzocht (Lam, 1986). Om dit te kunnen bereiken was de bebouwde kom van Hilversum in 25 deelgebieden verdeeld die, elk afzonderlijk, in principe in één ochtend bezocht kunnen worden. Elk deelgebied dat in 1985 werd onderzocht is tussen 1 maart en 15 juni zes maal bezocht. Elk bezoek is een half uur vóór zonsopgang begonnen en duurde tot maximaal drie uur daarna. De periode tussen de bezoeken bedroeg tien tot veertien dagen om doortrekkende exemplaren uit te sluiten. De gehanteerde methode is de territoriumkartering, die volgens de criteria van Hustings et al (1985) geïnterpreteerd zijn. Van elke soort zijn "stippenkaarten" van de territoria vervaardigd, zodat later van elk willekeurig deelgebied een nauwkeurige soortenlijst opgesteld kan worden.