Op 13 april 1986 liep ik om 9.00 uur in het gezelschap van Leen en Anneke van Daalen, Maarten Klomps en Bertie Ram op het strand aan de noord-westzijde van Schiermonnikoog. Het was zwaar bewolkt en er stond een vrij krachtige zuidwesten wind. Onze aandacht werd getrokken door een donkerbruine eend die in snelle vlucht langs ons vloog. Dadelijk viel de vreemde, bultige kop op. Dit, en de snelle vleugelslag, deden aan een Brilduiker denken. Bij het landen op het water, ca. 50 meterr voor ons, vielen blauwe vleugelspiegels op met witte randen onder en boven, zoals bij een Wilde Eend. Ook bij de zwemmende vogel was dit zichtbaar, evenals de bultige kop.