Vooruitlopend op het onderzoek naar het voorkomen van de Bergeend in het Gooi, dat in het voorjaar van 1988 een vervolg zal krijgen, wil ik allereerst alle waarnemingen vanaf 1982 verzamelen. Naar het zich laat aanzien is vooral 1987 een 'bijzonder slecht' jaar geweest voor de Bergeend in ons werkgebied. Er werden nagenoeg geen jongen gemeld en ook het aantal volwassen vogels was beduidend lager dan in voorgaande jaren. In "Vogels tussen Vecht en Eem" heb ik voor het eerst melding gemaakt van een opvallend verloop van de aantallen gedurende een lange periode. De jaren 1943, 1955, 1964 en 1974 toonden elk een piek in het aantal aanwezige vogels. Daarna daalden de aantallen weer. Als we rekening houden met een piek in het begin van de jaren tachtig, dan hadden we dus aan het eind van déze decade een dal kunnen verwachten. De inzinking van de populatie heeft waarschijnlijk plaats gehad in 1987. Het is van groot belang, van ieder die daarover beschikt alle waarnemingen van Bergeenden te ontvangen vanaf 1982. Aan de hand van deze gegevens kunnen we dan proberen een beeld van de populatie-ontwikkeling te schetsen.