Naar aanleiding van geconstateerde slaaptrekbewegingen van Syzen naar en van het Gooi (Kraak 1978, Taapken 1985) werden in de winterseizoenen 1986/1987 en 1987/1988 pogingen ondernomen om de slaapplaatsen te tellen. De indertijd gepubliceerde waarnemingen wekten de indruk, dat er hoofdzakelijk in het zuidelijk deel van het Gooi gerichte slaaptrek vanuit het Vechtplassengebied plaatsvond. Het verschijnsel riep behalve aandacht voor de feitelijke slaapplaats nog diverse andere vragen op.