De koude periode is weer aangebroken. Veel vogels krijgen het weer lastig met het vinden van voedsel. Om de dieren bij te staan in deze lastige tijd gaan velen voer verstrekken. De voederplankjes worden weer zwaar beladen met brood, zonnebloempitten en gierst, volgehangen met vetbollen met exotische oliehoudende zaden, snoeren en bakjes met pinda’s. In grote aantallen komen de vogels op deze welkome aanvulling van hun dis af. De vrijgevige geniet zelfvoldaan van het levendige schouwspel. Dit persoon is zich meestal niet bewust van de aanzienlijke milieuvervuiling die de produktie van het voer tot gevolg heeft gehad. De zaden en pinda’s moeten geteeld worden. Bij de meestal vrij intensieve landbouwmethodes hiervoor wordt gebruik gemaakt van vervuilende machines en bestrijdingsmiddelen zoals het in Nederland allang verboden D.D.T. en parathion, die hier in de jaren zeventig een enorme achteruitgang van roofvogels tot gevolg hadden.