Over de Abdim’s Ooievaar bij Loosdrecht

Woensdagavond 7 september werd ik door Jos de Jonge opgebeld, die mij enthousiast vertelde, dat er bij de Kromme Rade een juveniele Zwarte Ooievaar zat. Nou, zo'n waarneming laat je niet lopen en daarom ging ik gelijk de volgende avond met mijn broer Edwin naar de ooievaar toe. We hadden hem snel gevonden en samen met enkele andere mensen konden we de vogel prachtig door onze telescopen bekijken. Omdat we beiden nog nooit een juveniele Zwarte Ooievaar van dichtbij hadden gezien, gingen we er in eerste instantie ook van uit, dat het er een was. Toch noteerde ik een aantal kenmerken, die ik uit de gidsen niet kende, zoals: een kale blauwgrijze plek onder het oog, aan het begin van de snavel; een witte stuit, te zien toen hij even een rondje vloog en het feit dat dit exemplaar een donkere snavel had en gekleurde, oranje/roze poten. Thuis gekomen bleven deze kenmerken me behoorlijk dwars zitten, maar ik had pas de volgende ochtend de tijd om wat literatuur in te kijken. In Heinzel – Elsevier's Gids van de Europese Vogels kon ik alleen maar vinden dat een juveniele Zwarte Ooievaar een donkere snavel én donkere poten hoorde te hebben. Dan maar eens een Afrikaanse gids gepakt, want Zwarte Ooievaars vliegen toch naar Afrika!