Een herinnering uit vroeger jaren. Hoe lang geleden en waar? Dat doet er niet toe. Ik was een jong vogelaartje en had nog geen kijker. Met de fiets er op uit. Staat daar een vogel in het weiland? Afstappen dus en turen. Helaas ik heb een lage zon tegen. De handen als een scherm boven de ogen en scherp kijken. Ha, ha! wat een vergissing: daar hangt een rafelige lap aan een paal gespijkerd, hij beweegt langzaam door de wind; het is geen vogel. Ik verbeeld me zelfs de spijker te zien Nog even bijkomen. Maar wat gebeurt daar? Er komt een kop met snavel te voorschijn, een hals buigt sierlijk uit, de lap wordt een vogellichaam, vleugels ontvouwen zich een.Blauwe Reiger gaat op de wieken. Weg lap, weg paal, weg spijker.