Binnen het werkgebied van de vogelwerkgroep is de Waterpieper altijd een soort geweest die niet ieder jaar voorkwam. De laatste jaren lijkt daar verandering in te komen. Tot de jaren zeventig werd de soort incidenteel gesignaleerd. Daarna nam het aantal waarnemingen toe, waarbij rond slaapplaatsen soms vele tientallen exemplaren werden waargenomen (Jonkers et al.1987). De soort wordt de laatste decennia steeds meer gesignaleerd. De plaatsen waar hij geregeld wordt waargenomen hangen nauw samen met de plaatsen waar veldwaarnemers voorkomen die de soort goed kennen (SOVON 1987). Het grootste deel van de Waterpiepers werd gezien op slikkige of zandige oevers uit de omgeving van randmeren en de Vechtplassen. De nadruk wat het aantal waarnemingen en exemplaren betrof lag op de periode januari-april.