In het waarnemingenarchief van de vogelwerkgroep zijn van sommige soorten heel veel gegevens aanwezig en van andere weer heel weinig. Dat kan te maken hebben met de zeldzaamheid van de soort, het gedrag ervan, waardoor hij snel aan de aandacht ontsnapt of de mate waarin de waarnemers de ene soort wel en de andere niet doorgeven. In de voorlopige handleiding voor waarnemingskaartjes staat vermeld, welke soorten wel en welke niet kunnen worden opgestuurd . Een van de soorten waarvan we relatief weinig weten is de Groene specht. Uit de inventarisaties die in de jaren zestig en in de jaren tachtig werden uitgevoerd, is de conclusie getrokken dat het aantal broedparen rond de vijftig schommelt. Het lijkt erop dat dit aantal in de periode 1985-92 bij lange na niet meer gehaald wordt. Vermoedelijk een achteruitgang, maar is dat wel zo?