Net ten zuiden van het centrum van Hilversum, tussen Couperuslaan, Havenstraat en Taludweg in, ligt een geheimzinnig gebied. Onderaan soms 12 meter hoge hellingen, begroeid met bomen en wat struiken, glinstert ondiep water. In het riet maken Waterhoentjes zich uit de voeten. Halverwege de helling klinkt het eentonige roepen van een Matkop. Langs de oever schrijdt een reiger. En als je geluk hebt zie je van de overhangende tak van een scheve boom een blauwe flits over het water scheren. Een IJsvogeltje. Honderden meters lang is het 'ravijn', tot het tenslotte min of meer doodloopt tegen de Hondenbrug. De Oude Haven is het definitieve eindpunt geworden van een waterweg die in de 17e eeuw begon bij 's-Graveland, en rond 1800 gevorderd was tot de Oude Loswal bij de Vaartweg. Het uitgraven van het laatste deel, de eigenlijke Oude Haven, werd in 1860 gestaakt. Het oorspronkelijke plan, tot Soest doorgaan, was toch te hoog gegrepen.