Het is niet onze gewoonte om de vele boeken over vogels te bespreken die in ons taalgebied uitkomen. Voor deze atlas maken we een uitzondering. Het is een monumentaal werk, de vrucht van gedreven liefde voor en diepe kennis van het onderwerp. Het zal ongetwijfeld het eerste decennium het standaardwerk over dit onderwerp blijven. Het boek is gebaseerd op materiaal dat de afgelopen vijftien jaar is verzameld door de Werkgroep Roofvogels Noord- en Oost-Nederland. Het veldwerk in Groningen, Friesland, Drente, Overijssel en de Achterhoek is gedaan door talloze vrijwilligers en vergde honderdduizenden (!) manuren. Gegevens uit heel Nederland, vaak van veldwerk over een periode van meer dan dertig jaar, zijn gebruikt voor een beschrijving van verspreiding, aantalsontwikkeling, vervolging, dispersie, trek (waaronder ringgegevens) en levensverwachting.