Eemmeer, Gooimeer en IJmeer beschermd als vogelgebied

Op 18 november 1994 heeft de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV), de heer J.J. van Aartsen, een beschikking (Nr. NBLF. 949511) ondertekend, waarbij Eemmeer, Gooimeer en IJmeer worden aangewezen als speciale beschermingszone in het kader van de EG-Vogelrichtlijn. Het gebied ‘Eemmeer, Gooimeer en IJmeer’ bestaat uit drie deelgebieden in de provincies Flevoland, Noord-Holland en Utrecht, in de gemeenten Bunschoten, Blaricum, Eemnes, Huizen, Naarden, Muiden en Zeewolde. De totale oppervlakte van dit gebied is bijna 1800 ha. Het gebied omvat het Eemmeer, de ondiepe delen van het Gooimeer en het IJmeer, inclusief de oeverlanden. In deze ondiepe delen van de randmeren trad door verdergaande verzoeting en de beschutte ligging verlanding op langs de voormalige kustzone. Plaatselijk zijn vrij brede oevervegetaties ontstaan met moerasvegetaties en slikranden. Het open water is van grote betekenis als foerageer-, rust- en ruigebied voor tal van watervogels, met name tijdens de najaarstrek en in de winter. De slikranden zijn van belang als foerageergebied en slaapplaats voor doortrekkende steltlopers en de moerasvegetaties zijn van groot belang als broedgebied. In het kader van de Natuurbeschermingswet waren het Eemmeer en enkele delen langs de oevers van het Gooimeer en het IJmeer overigens al eerder aangewezen als staatsnatuurmonument.