• Alle etensresten, zoals gekookte aardappels en vleesresten, kunnen bijvoorbeeld in een mandarijnennetje aan een tak worden gehangen. • Voor zaadeters geldt: – duiven: gemengd graan, tortelzaad en zelfs pinda’s op de grond of op een voerplank. – kleine zangvogels: onkruidzaad strooien, of volièrezaad en vetbollen en pindanetjes ophangen. • Voor insectenetende vogels: universeelvoer + meelwormen in een voerbak aanbieden. Watervogels leven in deze tijd in groepen, om met gezamelijke lichaamswarmte en beweging een wak open te houden, wat noodzaak is om te overleven. • Het bijvoeren van watervogels kan met brood, andijvie, sla, gemengd graan, rijst en etensresten, etc. • Reigers kunnen worden bijgevoerd met eendagskuikens en vis (liefst voorn) en dode muizen (zonder gif).