Op zaterdag 30 november 1996 om ongeveer 16.00 uur horen de bewoners van een villa aan ‘t Zijdveld te Laren aan de achterzijde van hun woning een enorme klap, gevolgd door glasgerinkel. Als zij gaan kijken wat er aan de hand is zien zij op de stoep, te midden van een hoop glas een grote dode vogel liggen. De vogel blijkt tegen een grote ruit van de bovenetage te zijn gevlogen en heeft door de klap zijn nek gebroken. Omdat zij met de situatie niet goed raad weten, wordt de politie gebeld. Wanneer mijn collega en ik poolshoogte gaan nemen op 't Zljdveld zien wij een dode havik liggen, die waarschijnlijk als gevolg van de weerspiegeling van de omgeving (bomen) in de bewuste ruit, een voor haar noodlottige vergissing heeft begaan.