In de wereld om ons heen zien we steeds veranderingen. Vogelaars zien dat natuurlijk aan veranderingen in de vogelstand en in de verspreidingspatronen van vogels. Deze veranderen voortdurend. Soms heel geleidelijk soms heel sterk. Bij veel vogels zijn er vaste patronen in de verandering te zien die optreden in de loop van een jaar en dan vaak cyclisch verlopen. In andere gevallen zijn er veranderingen op langere termijn en zien we pas na een aantal jaren dat het verschijnsel zich heeft voorgedaan. Een bekend voorbeeld is dat van de torenvalk, waarvan de stand met een cyclus van 3 jaar schommelingen vertoont als gevolg van periodieke schommelingen in de muizenstand. Een ander voorbeeld is de geleidelijke uitbreiding van de stand van de blauwe reiger. Een soort die eigenlijk nog maar heel geleidelijk bezig is zich te herstellen van de schadelijke effecten van het overmatige gebruik van bestrijdingsmiddelen in de agrarische sector, De voorlopige resultaten van het atlasproject van SOVON, waarvoor overigens dit jaar de laatste veldonderzoeken worden uitgevoerd, tonen ook aan dat veel roofvogelsoorten zich sterk uitbreiden en de nijlgans, een exoot waar vogelaars nog maar een paar jaar geleden niet of nauwelijks over spraken, komt nu al in vrijwel alle delen van het land voor. De oorzaak van dergelijke veranderingen is meestal niet zo eenvoudig te verklaren.