Een helaas telkens terugkerend punt blijft de nog steeds niet vervulde vacature van bestuurslid Avifauna. Mede vanwege de extra last die hierdoor neerkomt op zowel het bestuur als het Coördinatieteam Avifauna (CT) baart dit het bestuur steeds meer zorg. Deze onderbezetting kan er zelfs toe bijdragen dat wij nee moeten zeggen tegen belangrijke zaken als verzoeken van derden tot inventarisatie van gebieden en het meewerken binnen de SVN aan de geplande Broedvogelatlas van Noord-Holland. Gelukkig pakken de CTleden Jelle Harder, Cor de Kruif en Guus Proost dit soort verzoeken en andere voorkomende zaken nog steeds op maar op een gegeven moment kan dat gewoon teveel worden. Daarom nogmaals de dringende oproep om u te meiden als u in deze bestuursfunctie interesse heeft. In mijn vorige oproepen heb ik nadrukkelijk ook aangegeven dat een geschikte kandidaat niet persé goed thuis hoeft te zijn op het gebied waar Avifauna zich mee bezig houdt en dit standpunt blijven bestuur en CT ook innemen. Hierdoor zou wellicht de verkeerde indruk kunnen zijn ontstaan dat onze oproep niet gericht is aan mensen die reeds het nodige "in het veld" doen, maar dat is dan een groot misverstand. Het zou juist een goede zaak zijn wanneer zich een ervaren man of vrouw "uit het veld" meldt voor deze functie. Ik moet namelijk -met alle respect voor mijn medebestuursledenconstateren dat na het vertrek van Dick Jonkers, Guus Proost en Mare van Houten, het bestuur eigenlijk geen, althans volstrekt onvoldoende ervaren "mensen uit het veld" meer kent, hetgeen geen goede zaak is. In dit verband loopt het bestuur ook bij het polsen van ervaren mensen uit het veld vaak tegen allerlei vooroordelen over bestuurswerk aan en krijgen we telkens ook te horen dat men graag van alles "in het veld" wil doen maar dat men geen trek heeft in bestuurswerk. Hiermee miskent men twee zaken en wel enerzijds dat onze vereniging wel een – in alle opzichten – ervaren bestuur nodig heeft en anderzijds dat de zittende bestuursleden ook liever actief in het veld bezig zouden willen zijn, maar niettemin hun verantwoordelijkheid voor het noodzakelijke bestuurswerk nemen. Het bestuur hoopt u met het voorgaande stof tot nadenken te hebben gegeven en hopelijk levert dat iets op zodat ik u in de volgende Korhaan niet weer met dit onderwerp behoef lastig te vallen.