Het komt nogal eens voor dat de telefoon gaat en een onbekend persoon aan de lijn hangt met de openingszin:”Bent u van de vogeltjes?”. Daarna volgt dan een relaas over een doorverwijzing via Vogelbescherming, Natuurmonu-menten, een kooivogelhoudersvereniging of de naam van een of ander vaag figuur die ooit mijn naam heeft gehoord. Ik fungeer op zo’n moment als een soort Gewestelijke afvalstoffendienst, een stortplaats voor vragen waar men geen raad mee weet over vogels. Dag en nacht geopend denken sommigen. Op de meest onmogelijke tijden wordt gebeld en dan toch maar aardig proberen te blijven. Men denkt een soort redder in de nood te hebben gevonden. Zo ging eens op een weekeinde, even voor middernacht, toen ik net in bed lag, de telefoon over. Vrouwlief nam op; ik heb een zeer oude moeder en je weet maar nooit. Gelukkig niets aan de hand, een onbekende aan de lijn met de bekende openingszin daarna gevolgd door: “Ik heb van mijn vriendin gehoord.....”. Vervloekt werd de vriendin, die iemand bleek te zijn die iets verderop woont. Die was nog niet klaar met mij en zou stevig over dit voorval worden aangesproken. De vraag waarom zij niet eerder belde werd laconiek afgedaan met: “Ik dacht dat het nog wel kon; het is weekend en ik hoor nu net voor ik naar bed ga uilen roepen die ik niet ken”. Logisch, beneden met de ramen gesloten hoor je met dubbele beglazing nooit iets. Het geluid dat omschreven werd was vaag, een probleem dat ook met beschrijven van vogels die gezien zijn voorkomt. Het was aan de rand van het dorp en je weet maar nooit. Het bloed kruipt waar het niet gaan en kan en dus vervolgens, onder luid protest van mijn eega (je bent een vogelgek) toch maar op pad. Gewapend met een sterke zaklamp voor het geval dat en een lichtsterke verrekijker werd de tocht aanvaard. Een prooi voor de heilige hermandad en beveiligers die nachtuilen met dergelijke uitrusting argwanend beschouwen. Op de aangeduide plek gearriveerd was mevrouw in geen velden of wegen te bekennen. Die was heerlijk in haar warme nestje gekropen. Even later was het luide gepiep van jonge uilen te horen: Ransuilen ... Raadsel opgelost! Eigenlijk zou nu op haar beurt mevrouw uit bed gebeld moeten worden. Gehoor gevend aan de bijbelspreuk: “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet, besloot ik dit idee maar niet uit te voeren. Zij kreeg de uitslag de volgende dag. Het mooiste was dat niet zij, maar haar vriendin excuses aanbood. Gelukkig heeft daarna niemand het meer zo bont gemakt als deze Gooise dame. Het uitrukken naar vreemde meldingen in het algemeen is een uitzondering en gebeurt pas wanneer het idee bestaat dat de melder misschien echt iets bijzonders heeft gezien. Er komen verder nogal wat telefoontjes binnen met het verzoek om ontsnapte kooivogels op te sporen. Het lijkt op zo’n moment wel of een vogelafdeling van het televisieprogramma ‘Opsporing verzocht’ wordt benaderd. De reactie op dit soort verzoeken is, dat er in het netwerk geïnformeerd zal worden. De weggevlogen pruimekopparkiet Piepi kwam hierdoor weer boven water. Het toeval wilde dat deze vogel via de vogeltamtam werd gemeld. Vrij regelmatig zijn er vragen van (tegenwoordig legale) roofvogel- en uilenhouders, wanneer er weer eens een Roodstaartbuizerd of Sneeuwuil is weggevlogen. Hoe zot het ook klinkt, deze soorten en vele andere mogen tegenwoordig gehouden worden, als er maar een gesloten voetring om hun poot zit. Daaruit zou moeten blijken dat deze vogels in gevangenschap geboren zijn. Schering en inslag zijn de telefoontjes over geringde vogels, meestal gaat het om verdwaalde postduiven. Deze bellers worden doorverwezen naar de Nederlandse Postduivenbond. De TPG dropt vrij geregeld brieven met vogelvragen in de bus. Wanneer het vragen betreft over gesignaleerde vogels, zitten er vrijwel altijd ontoereikende beschrijvingen en foto’s of tekeningetjes met afbeeldingen op postzegelformaat bij. Sommige briefschrijvers leveren er groot afgedrukte foto’s bij en dat maakt de determinatie vrij eenvoudig. Die hebben al heel wat aves exotica opgeleverd met bloemrijke namen zoals diadeemmeestimalia, witwangfluitvogel en roodoorbuulbuul.