Het is nog vroeg in de morgen. Opvallend stil is het in de tuin. Geen voedselzoekende Merels, Vinken, Roodborsten, Heggenmussen, Zanglijsters, Groenlingen, Koolmezen, Pimpelmezen, Boomklevers en Boomkruipers te zien. Alleen Kauwen zitten op de voederplank van het universeelvoer te eten (geen pinda’s, want die zijn levensgevaarlijk voor nestjonge mzen; maar dit terzijde). Het broedzeizoen is aangebroken. Verleden jaar broedde de Winterkoning nog in de klimop. Voordat Klein Jantje zijn nest betrad, bewoog het vogeltje zijn opgeheven staartje heen en weer. Net als een werkende ruitenwisser. Nu zit de Winterkoning hoog en droog in een nestkastje.