Als boerenzoontje leerde ik met leren praten ook terloops wat vogels benoemen: mus, Spreeuw, Koekoek die koekoek roept en de Ooievaar, die bij de buren op een hoge lindeboom zijn nest had en nieuwe kindertjes rondbracht. Dat laatste wantrouwde ik wel. Wat jaren later timmerde ik van oude plankjes enkele primitieve nestkastjes (afgekeken van een plaatje). Ik spijkerde ze hoog in een oude appelboom en vergat ze weer. Tot ik er veel later ineens een vogeltje in en uit zag vliegen dat ik niet kende.