Er zijn nooit Korhoenders waargenomen tijdens de tellingen in de westelijke Eempolders. Als we kijken naar de eisen die deze soort aan zijn biotoop stelt en hoe zeldzaam het Korhoen tegenwoordig in Nederland is, was dat natuurlijk te verwachten. Je weet echter maar nooit. Wij kunnen de uitspraak over het ontbreken met zekerheid doen. Dat is te danken aan het feit dat in 1972 de Werkgroep Ontwikkeling Eemland aan de Vogelwerkgroep vroeg om eens in de twee weken alle vogels in de westelijke Eempolders te tellen. Eind 1972 begonnen de tellingen in twee gebieden, de Noordpolder te Veld en de Maatpolder die samen het telgebied Noord vormden, en de Zuidpolder te Veld als telgebied Zuid. Er werd – bij voorkeur op zaterdagochtend – geteld vanaf alle openbare wegen, iets wat we nu nog steeds doen. Destijds ging dat vooral op de fiets, al werd bij slecht weer ook wel de auto gebruikt. Het afgelopen jaar is er nog één telling op de fiets gedaan, toen de te gebruiken auto kuren kreeg. De tellingen zijn trouw voortgezet. Slechts zo nu en dan is er een uitgevallen. In 1984 was er zoveel animo om te tellen dat men besloot er een derde telgebied bij te nemen. Dit werd de Blaricumse Oostermeent (op de topografische kaart aangeduid als De Kampen), het gebied ten noorden van de oorspronkelijke telgebieden.