De jaarverslagen over het nestkastonderzoek in het Gooi worden steeds fraaier. De omslag wordt deze keer gesierd door een prachtige spreeuw voor zijn nestholte. In het binnenwerk kijken donsjongen van een bosuil ons aan, die klaar liggen om geringd te worden. Ook verderop staan fraaie foto’s, waarvan een met een glanskop en een rosse vleermuis in één kast. Op maar liefst 33 terreinen verzamelden 27 controleurs de broedgegevens. Zij noteerden een totaal van veertien soorten holenbroeders met 12.719 eieren en hiervan vlogen 8.624 jongen uit. Het uitvliegpercentage bedroeg maar 68%.De oorzaak lag bij de warme maand maart met vroege legsels, begin april gevolgd door een kouperiode met nachttemperaturen tegen het vriespunt. Dit leidde weer tot late bladgroei en evenzo laat verschijnen van rupsen. Een periode met harde wind zorgde ervoor dat heel veel rupsen uit de bomen waaiden en de voedselvoorziening belemmerden. De vogels reageerden hierop door te stoppen met eieren leggen en soms ook later weer verder te gaan. Ei- en broedstops dus. Van de mezen waren er de volgende legsels: koolmees(525), pimpelmees ((572), zwarte mees (13), glanskop (3) en boomklever( 80), roodborst (3) en winterkoning (1). Het betreft hier alleen eerste broedsels. Verder waren er legsels van spreeuw (7), bonte vliegenvanger (89), gekraagde roodstaart (3), holenduif (13), witte kwikstaart (13) en bosuil (31).

De Korhaan

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Vogelwerkgroep Het Gooi en Omstreken

Dick Jonkers. (2013). Nieuwe uitgaven van de Vogelwerkgroep. Publicaties zijn te lenen uit de verenigingsbibliotheek. De medewerkers krijgen gratis een exemplaar. De Korhaan, 47(2), 71–71.