Het tellerskorps onder vogelaars vergrijst. Dat kan tot problemen leiden bij de deelname aan telprojecten, maar heeft het ook invloed op de telresultaten? Voor broedvogels zou dat zomaar kunnen. De Deense vogelaar Bo Kayser, ouder wordend en behept met lichte gehoorproblemen, onderzocht dit op twee routes waar hij punttellingen verricht voor het landelijke monitoringprogramma. Het aandeel vogels dat hij op gehoor determineerde, steeg met gehoorapparaat van 60% naar 69% en het totaal aantal geregistreerde individuele vogels nam met 58% toe. Zoals te verwachten was het verschil het grootst bij soorten die een hoog geluid produceren (aantal geregistreerde individuen toenemend met 72%, N=17 soorten) en het minst bij soorten met een laag geluid (+30%, N=10). Soorten die er qua toonhoogte tussenin zitten, vormden een tussencategorie (+64%, N=26).