De mens heeft van oudsher een ambivalente houding tegenover wespen en mieren. Enerzijds is er afkeer en zelfs angst, die veroorzaakt wordt door het steekgedrag en het mierengekriebel. Anderzijds is er bewondering voor de schoonheid, de vormenrijkdom en de fascinerende levenswijze. Onderzoekers van wespen en mieren, bij wie deze bewondering de overhand heeft, hebben in de loop der jaren veel kennis over deze dieren bijeengebracht. In dit hoofdstuk is samengevat welke personen hier een belangrijke rol in hebben gespeeld en hoe de wespen- en mierenstudie zich heeft ontwikkeld, uiteraard met speciale aandacht voor het Nederlandse onderzoek.