De graafwespen vormen de soortenrijkste familie binnen de angeldragende Hymenoptera. Graafwespen variëren sterk in grootte, lichaamsbouw en kleuring. Zo zijn er zwartgekleurde soorten van drie millimeter, terwijl de geel met zwart getekende harkwesp een grootte van tweeënhalve centimeter kan bereiken. Graafwespen danken hun naam aan het feit dat vele soorten van deze familie hun nest in de grond graven. Een belangrijk deel van de soorten graaft echter in het geheel niet, maar knaagt in hout of in een stengel een nestruimte uit, gebruikt eenvoudigweg een bestaande ruimte in een boom, stengel, gal of muur, of eigent zich het nest van een andere graafwesp toe. De eigenschappen van graafwespen verschillen dus sterk per soort. Behalve een aantal morfologische kenmerken, de vrijwel solitaire levenswijze en de jacht op insecten als voedsel voor hun kroost vertonen de soorten en geslachten meer verschillen dan overeenkomsten in biologie. Dit maakt de graafwespen tot een interessante insectengroep.