Vlinders vormen een orde binnen de enorme klasse van de insecten. Zij onderscheiden zich van andere insecten doordat ze veel schubben op de vleugels en het lichaam hebben. Deze schubben zijn het 'poeder' dat soms aan de handen blijft zitten als een vlinder onvoorzichtig wordt opgepakt. De wetenschappelijke naam van de orde van de vlinders luidt dan ook Lepidoptera, wat schubvleugeligen betekent. Daarnaast hebben de meeste soorten relatief grote vleugels en een roltong. Op de wereld leven zo'n 160.000 soorten vlinders; meer dan 12% van alle bekende diersoorten is een vlinder. (VAN NIEUKERKEN & VAN LOON 1995).