De wetgever bemoeide zich oorspronkelijk alleen met de inheemse zoogdieren als ze nuttig of lastig waren. De meest opvallende soorten zijn daarom opgenomen in de jachtwet. Later vond men dat sommige zoogdieren gewoon bescherming verdienden. Dit resulteerde onder andere in bescherming van de vleermuizen in de natuurbeschermingswet. Het vreemdst is voor de buitenstaander het voorkomen van de muskusrat in de planteziektenwet. Daarnaast zijn er ook nog soorten, die in geen enkele wet voorkomen, zoals de spitsmuizen. Men mag ermee doen wat men wil.