Onlangs is hij zesenzeventig geworden. Enkele decennia daarvan heeft Albert Vandamme besteedt aan de jacht. In die tijd werd nog op alles gejaagd. De otter vormde hierop geen uitzondering. Toch heeft hij er meer gemist dan gezien. ”Als je veel buiten liep kreeg je er zeer regelmatig eentje te zien. Hoewel het dikwijls bleef bij een vluchtige ontmoeting”. Albert bewondert de otter zeer. ”Het waren verdomd slimme dieren, die zich moeilijk lieten klissen”. Een terugblik in vroeger tijden. Albert Vandamme was in die tijd jachtwachter van een uitgestrekt gebied langs de IJzer tussen Diksmuide en Woumen, dat was doorspekt met talloze grachten en vaarten. Daar hadden de otters hun vaste stek. Eén van die plekken was een oude meander van de IJzer met daarrond de Houtensluisvaart, de Walevaart en het Sparkenvaardeken. Toen heette het daar Heernisse; veel is er niet meer van over gebleven. Op de vette weiden staan nu huizen of liggen fabrieksterreinen en met de kwaliteit van het water is het al even slecht gesteld.